40-dagenretraite
40-dagen 2022: Hem achterna
Steun onsEen citaat van Henri Nouwen over bidden:
“Bidden is je handen openen voor God. Het is een langzaam opgeven van de krampachtigheid waarmee je je handen dichtgeknepen hield én een toenemende bereidheid je bestaan te aanvaarden, niet als een bezit dat verdedigd, maar als een gave, die ontvangen moet worden.”
“Bidden is daarom allereerst een levenshouding, die je in staat stelt te midden van deze wereld een stilte te vinden, waarin je ontvankelijk wordt voor de beloften van God en hoop vindt voor jezelf, je medemens en de gemeenschap, waarin je staat. Biddend ervaar je God in een zachte bries, in de nood en vreugde van je medemens, in de eenzaamheid van je eigen hart.”
Henri Nouwen (1932-1996) was een Nederlands katholiek priester, hoogleraar aan de universiteiten van Yale en Harvard. In 1988 sloot hij zich aan bij de Arkgemeenschap in Toronto. Hij schreef vele boeken over spiritualiteit zoals Met open handen waaruit de hierboven geciteerde passages komen.
Bekijk ook de geloofsimpuls en de gebedstip van deze week.
Ignatius van Loyola nodigt ons uit om na te gaan wat onze diepste verlangens zijn. Onze diepste verlangens vallen namelijk samen met de verlangens van God voor ons. Zo zijn onze verlangens een middel om ons leven in te richten naar Gods wil.
Timothy Radcliffe, voormalig algemene overste van de dominicanen, ziet ook een duidelijke samenhang tussen verlangen en gebed:
“Het gebed geneest ons van onze oppervlakkige verlangens en confronteert ons met de fundamentele verlangens. Het gebed vormt onze verlangens en maakt gepassioneerde mensen van ons. Wanneer wij vrede verlangen, dan moeten wij tegelijkertijd ook actief campagne voeren voor de vrede, maar moeten wij er ook voor bidden. Onze acties zijn gebeden (God smeken iets te doen) en onze gebeden zijn acties (kunnen echt effect hebben).”
Bekijk ook de geloofsimpuls en de gebedstip van deze week.
Citaat van John Henry Newman.
“God heeft mij geschapen om een bepaalde dienst voor Hem te verrichten. Hij heeft mij een werk opgedragen dat Hij niet aan een ander heeft opgedragen. Ik heb mijn zending. Misschien zal ik die zending nooit in dit leven kennen, maar ik zal ze kennen na dit leven.
Ik ben een schakel in een keten, sta in relatie met andere personen. Hij heeft mij niet voor niets geschapen. Ik zal goed doen en zal zijn werk doen. Ik zal de waarheid verkondigen op mijn eigen plaats en Hem dienen in mijn staat en stand.
Daarom zal ik Hem vertrouwen. Wat of waar ik ben, ik kan nooit weggeworpen worden. Ben ik ziek dan kan mijn ziekte Hem dienen; ben ik bedroefd dan kan mijn droefheid Hem dienen. Mijn ziekte, mijn droefheid zijn misschien noodzakelijke middelen voor een of ander groot doel dat niemand onzer kent. Hij doet niets tevergeefs. Hij kan mijn leven verlengen, Hij kan het verkorten. Hij weet wat Hij voorheeft. Hij kan mijn vrienden wegnemen, mij neerslachtig maken, de toekomst voor mij verborgen houden. Maar Hij weet wat Hij voorheeft. Amen.”
John Henry Newman (1801-1890) was een Engelse theoloog, geleerde en dichter. Eerst was hij anglicaans en later een katholiek priester. Hij was een belangrijke figuur in de religieuze geschiedenis van Engeland in de 19e eeuw. Hem wordt een grote invloed toegeschreven op het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Paus Franciscus heeft hem in 2019 heiligverklaard.
Bekijk ook de geloofsimpuls en de gebedstip van deze week.
Citaat van Irenaeus van Lyon
“Gloria Dei est vivens homo. Vita hominis visio Dei.” (“De heerlijkheid van God is de levende mens. Het leven van de mens is het beschouwen van God.”)
Van deze uitspraak van Irenaeus van Lyon (eind tweede eeuw na Christus) wordt vaak alleen de eerste zin genomen en dan vertaald met ‘De heerlijkheid van God is de mens die volledig leeft’ waarmee de huidige cultuur van zelfvervulling wat te veel bekrachtigd wordt.
Dat neemt niet weg dat uit dit citaat een hoge opvatting van de mens spreekt. Een uitleg die dichter bij Irenaeus’ bedoeling staat is dat het uiteindelijke doel van de menselijke persoon is om Gods aanwezigheid te ontmoeten. Wie in zijn of haar hart God kan aanschouwen, wordt helemaal mens.
Bekijk ook de geloofsimpuls en de gebedstip van deze week.
Augustinus (354-430) en de veertigdagentijd
Augustinus is bekend vanwege zijn prachtige autobiografie, de Belijdenissen. Er zijn ook zijn veel preken van hem bewaard gebleven, waaronder enkele over de veertigdagentijd. Hier een citaat uit een ervan: “Hoe kunt u dat wat u zich in onthouding ontzegt, beter besteden dan door het in barmhartigheid te geven?”
We worden tijdens de veertigdagentijd uitgenodigd om meer te geven aan de armen, om meer te doen aan ‘distributieve rechtvaardigheid’. De bisschoppen van de US gaven hiervan in 1986 de volgende omschrijving: “Distributieve rechtvaardigheid vereist dat de toewijzing van inkomen, rijkdom en macht in de samenleving wordt beoordeeld in het licht van de effecten ervan op personen wier materiële basisbehoeften niet worden vervuld.”
Bekijk ook de geloofsimpuls en de gebedstip van deze week.
God kan niet lijden, maar Hij kan wel mee-lijden (Bernardus van Clairvaux)
Menszijn brengt onvermijdelijk lijden met zich mee: lijden met de ander; lijden voor anderen; lijden omwille van de waarheid en de gerechtigheid; lijden uit liefde. Maar de vraag komt op: “Kan ik dat? Is mij de waarheid zwaarwegend genoeg dat zij het loont ervoor te lijden?”
Het christelijk geloof heeft in de mens op een nieuwe manier en op een nieuwe diepte het vermogen vrijgemaakt om te lijden. Het heeft ons laten zien dat waarheid, gerechtigheid en liefde niet slechts idealen zijn. Het heeft ons laten zien dat God, de waarheid en de liefde in Persoon, voor ons en met ons wilde lijden.
Van Bernardus van Clairvaux is de schitterende uitdrukking: (…) “God kan niet lijden, maar Hij kan wel mee-lijden.” De mens is God zoveel waard, dat Hij Zelf mens geworden is, om met de mens te kunnen mee-lijden, reëel, in vlees en bloed, zoals ons getoond wordt in het lijdensverhaal van Jezus.
Van daaruit is in alle menselijke lijden Iemand binnengetreden die mee-lijdt, mee-draagt. In alle lijden is van daaruit (…) de troost van de mee-lijdende liefde van God aanwezig en daarmee is de ster van de hoop opgegaan.
(naar Benedictus XVI, Spe Salvi, par. 39)
Bekijk ook de geloofsimpuls en de gebedstip van deze week.
Citaat Felix Culpa? – Gelukkige schuld?
In een beroemde hymne die tijdens de paaswake wordt gezongen, het Exultet, klinkt het volgende vers: “O gelukkige schuld (felix culpa) door wie wij zo’n grote Verlosser hebben gekregen.” Gelukkige schuld – dat klinkt paradoxaal. Hoe zit dat?
De schuld is de oerzonde van Adam en Eva die, na van de boom van kennis van goed en kwaad gegeten te hebben, het paradijs moesten verlaten. Vanaf dat moment was de mens sterfelijk en moest hij met pijn en moeite zijn weg vinden in het leven.
En de gelukkige schuld? – Als Adam niet had gezondigd en dan had God geen aanleiding gehad om mens te worden en had de mensheid Jezus moeten missen. Adams schuld wordt gelukkig genoemd, omdat de mensen hieraan Jezus te danken heeft.
“God vond het een beter idee om goed uit kwaad voort te brengen dan het kwade helemaal niet toe te staan”. Zo combineert Augustinus het bestaan van het kwaad met het geloof in een principieel goede en almachtige God.
Bekijk ook de geloofsimpuls en de gebedstip van deze week.