Adventsretraite
Advent 2024: Zie, Ik begin iets nieuws!
Steun onsBemind worden is heerlijk én confronterend. Het verrijkt ons. Het plaatst ons ook voor onze kleinheid, ons onvermogen, onze kwetsuren. Deze weerstand is normaal. Gods trouwe liefde helpt ons om hiermee om te gaan. Hij kan onze angst ombuigen tot verlangen.
Christenen zijn mensen van de hoop. Wij geloven dat het beter wordt. Dat Gods Rijk komende is. Ook al neemt het vaak andere vormen aan dan wijzelf gedacht hebben.
Gods menswording is onomkeerbaar en voortdurend. De geboorte van Jezus gebeurt elk ogenblik van de dag. Gelovige ogen zijn ogen die Gods aanwezigheid in ons dagelijkse leven weten te onderscheiden, in alle dingen.
Omkeren is niet altijd gemakkelijk. Soms voelt het aan als gezichtsverlies. Tegelijkertijd leeft in ons dikwijls een behoefte om eens opnieuw te beginnen met een schone lei. Nu is het de gunstige tijd daarvoor. Maak er goed gebruik van.
Gods liefde is niet gericht op zichzelf. Ze stroomt uit naar ons mensen. Hij is een God van mensen. Met een hart voor mensen. Hij is in liefde met ons verbonden.
”Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn” (Rom 8,31).
God heeft een hart en dat hart gaat naar ons uit. Hij is ons trouw. Hij laat ons nooit vallen. Dat geeft ons moed. Laten we ons daarvoor openstellen.
De barmhartigheid van God is eindeloos. Ze weet van geen einde. Maar dat doet niets af aan zijn gerechtigheid. Zijn barmhartigheid is niet ‘soft’. Maar waar en rechtvaardig.
God is onze Vader. Zo begint het gebed dat Jezus ons leert. De Vader geeft ons leven en wil dat het zich ten volle ontplooit. Met trouw en barmhartigheid begeleidt Hij ons daarbij.
In zijn barmhartigheid is God ons trouw. Hij vraagt van ons dat wij zijn zoals Hij. Trouw aan Hem en aan elkaar. Barmhartig voor elkaar.
Liefde geeft zich altijd in zekere mate. Hoe zuiverder de liefde, hoe meer zij zich schenkt. En liefde ontvangt ook, staat open om te ontvangen. In de Goede Week richten wij ons op de liefde van Jezus, en bezien, hoe Hij zich zelf geeft
De menswording is niet enkel een beweging van God naar de mens toe. Zij is ook een beweging van ons naar Hem toe.
Al wie zich in beweging zet naar God toe, zal ondervinden dat God zich laat vinden. Hij staat op de uitkijk naar ons.
In de derde week van de advent komt de Verwachte echt naderbij. De lezingen van deze week leggen de nadruk op de gezindheid die nodig is om Hem te kunnen zien en ontvangen. Om blij te zijn met iemands komst in mijn leven moet er in mij een nood leven die op vervulling wacht. Ik moet ook openstaan voor het onverwachte in die komst.
In de vierde en laatste week van de advent wordt de verwachting van de komende Verlosser heel intens. Hoor, daar is Hij; kijk, daar komt Hij aan. We delen in de vreugdevolle verwachting van Elisabeth, Zacharias en Maria. Want God wil zich een huis bouwen onder de mensen. In ons hart wil Hij wonen. Net als Maria zijn wij geroepen Christusdragers te worden.
De veertigdagentijd is een periode van inkeer. Ik zoek een geschikte plek voor stil gebed. Trek mij even terug uit het dagelijks gedoe. Ik breng mij voor de geest dat ik plaats neem voor onze God die met vriendelijkheid naar mij kijkt. Deze beginoefening zou ik gedurende de gehele Veertigdagentijd kunnen volhouden.
Luisteren met de oren van het geloof brengt mij dichterbij God. De psalmist bezingt Hem als “eindeloos geduldige liefde”. (Ps 103,8) God is als een geschenk. Ik hoef Hem alleen maar te verwelkomen.
God kijkt naar me zoals een vader of moeder naar een geliefd kind kijkt: met liefde, geduld en barmhartigheid . Daardoor kan ik opnieuw leren kijken met de ogen van een kind – met ogen van geloof.
Open oren en open ogen maken mij ontvankelijk. Wanneer ik in gebed ontvankelijk ben, worden mijn verlangen en Gods verlangen één. In al mijn kwetsbaarheid ontvang ik zijn geschenk van liefde . Dan gebeurt er iets met mij, waar ik misschien geen woorden voor heb. Ik word ontvankelijk voor de liefde van God, diep in mij en ook om mij heen.
Barmhartigheid is op de eerste plaats een kwestie van ontvangen. Mij te binnen brengen hoeveel barmhartigheid ik gedurende mijn leven al heb ondervonden; en nog steeds ondervind. Hoe meer ik leef van die barmhartigheid, des te nadrukkelijker zal in mij het verlangen groeien om van die ontvangen barmhartigheid door te geven aan anderen.
Praktisch van het begin af aan is Jezus op tegenstand gestoten. Bij Hem ging de barmhartigheid boven alles. Maar daarmee ging Hij in tegen de heiligste principes en gewoontes van zijn dagen.
Gods koningschap was een lang gekoesterde droom in het oude Israël. Hoe anders zal Jezus’ koningschap er straks uit blijken te zien. Aan het kruis zal een bordje worden bevestigd: ‘Dit is de Koning van de Joden’! Wie had gedacht dat die droom er zó zou komen uit te zien!?
Vandaag zijn we aangekomen bij de laatste gebedstijd van de 40-dagenretraite.
Elke mens gaat een weg, ‘zijn’ weg. Maar soms raakt hij de weg kwijt. Iedereen heeft zijn donkere momenten. Maar altijd is er een nieuw begin mogelijk, want Hij houdt ons vast, ook in de duisternis. Wie is Hij toch?
Tijdens deze tweede week willen we onze ogen en ons hart gericht houden op Jezus Christus. Hij die het licht van de wereld is, kan een nieuw licht werpen op mijn leven, zo dat het lichtgevend wordt. Om samen met Hem de weg te gaan, zullen we eerst met Hem in de Jordaan gaan staan. Ook tot mij zegt de stem uit de hemel: Gij zijt mijn liefste zoon/dochter, in wie Ik vreugde vind!
Tijdens deze derde week willen we Christus blijven volgen op zijn weg, ook als die weg een lijdensweg wordt. Tot op het einde blijft Hij getuigen van de grenzeloze liefde van God voor zijn mensen.
Tijdens deze vierde week blijven we naar Jezus kijken. Hij die de liefde van de Vader blijft uitdragen tot in de dood, wordt door diezelfde liefde ook uit de dood tot leven geroepen. Het is diezelfde liefde van de Vader die op Kerstmis in Jezus mens wordt.
Op weg naar Pasen lopen we deze week door prachtige landschappen. Dag na dag kijken we verwonderd om ons heen, naar onze wereld, naar de natuur, naar de mens, naar de liefde tussen man vrouw, naar het ontstaan van het leven… We proberen te kijken, verwonderd, alsof het de eerste keer is dat we dit alles zien, horen, voelen, smaken, ruiken…
Ik ben geen naamloos zandkorreltje, toevallig aangespoeld op het strand van de wereldoceaan. Ik ben geen ‘soldeke’ dat na de koopjesweek in de rekken van de winkel is achtergebleven omdat niemand het hebben wou. Ik ben bij name gekend, gewild, aanvaard en bemind door een God van liefde en trouw.
God is een God van tedere ontferming, van vergeving en genade, van mededogen en barmhartigheid. Hij rekent het kwade niet aan. Hij vergeeft, heelt, maakt nieuw.
In Jezus van Nazareth wordt God zichtbaar onder ons. Hij is de Christus, de Gezalfde. De Verrezen Gekruisigde. In Hem zien wij wat goddelijke liefde doet. In Hem zien wij wie wij zijn en wie wij kunnen zijn, en vooral: beginnen wij te vermoeden wie God is en wie God wil zijn.
Het Evangelie zet ons spontaan menselijk perspectief tegenover God, tegenover onszelf, en tegenover de naaste telkens weer op zijn kop. Leven in de gezindheid van Jezus, leven in evangelisch perspectief, doet ons ‘in de waarheid’ leven en maakt ons waarlijk tot mens. Altijd weer nodigt Jezus ons daartoe verrassend uit.
In Jezus is God ‘afgedaald’, de ‘minste der mensen’ geworden. Hij is de weg van de liefde gegaan, van de totaal onbaatzuchtige en gratuit gegeven liefde: overgeleverd in de handen van de mensen, maar blijvend in Gods hand, in overgave en vertrouwen.
Liefde sterker dan alle dood.
Hoe zal ik het geheim van God in mij kunnen toelaten, als ik gehuld ben in drukte en lawaai? God toont zich in stilte, en Hem ontmoeten vraagt om een sfeer waarin het lawaai verstild is en inkeer mogelijk wordt. Hij leeft in mij, maar ik moet de ruimte scheppen waarin ik dat kan zien.
De komst van God in het mensenbestaan brengt veel beweging op gang, uiterlijk en innerlijk. We worden uitgenodigd om het oude en versletene te verlaten, en weg te trekken naar nieuw leven. Dat kost wel moeite, pijn soms. Maar de kansen die het oplevert zijn groot.
Het kan ons overkomen: wij voelen een doorbraak in onze ervaring van eindigheid. We worden dan boven ons bestaan uitgetild, en voelen ons de hemel nabij. Wij weten ons even opgenomen in een onmetelijk schouwspel van grenzeloze vreugde.
We gaan op weg naar Pasen.
Heel ons leven is als een weg, altijd onderweg.
Welke wegen gaan wij?
Leidt onze weg naar het Nieuwe Leven dat met Pasen doorbreekt?
De weg die de Heer onder ons mensen wil gaan is nog niet helemaal gereed.
Ze moet voorbereid worden. Ze vraagt om een wegbereider.
Om wegbereiders…
Zou dat ook een vraag aan ons zijn?
De weg die de Heer met ons gaat is een weg van liefde en trouw.
Als we zijn weg willen gaan, moet ook onze weg er een zijn van liefde en trouw.
De weg naar het leven, ook de weg van de liefde,
is geen gemakkelijke weg.
Je moet ervoor kiezen.
Je moet er trouw aan blijven.
Jezus de Christus
is de uiteindelijke, de definitieve weg die God met ons mensen gaat.
Hij is voor ons de weg geworden naar God.
Wie de wegen van God gaat, vindt nieuw leven.
De weg van God is een weg naar een nieuw leven.
De weg van de graankorrel ging Jezus ook zelf.
Dat blijkt de weg van de liefde te zijn:
je leven geven voor je vrienden.
In de onzekere wereld waarin wij leven, gaan wij mensen op zoek naar zekerheden. God komt ons daarin tegemoet.
Leidraad voor je gebed
In onze wereld vol onzekerheden gaan wij op zoek naar wat ons steun biedt. Velen zoeken houvast in hun leven. Ook wij, maar wij hebben een bron voor het goede, het zekere. Wij zoeken bij onze God veiligheid en betrokkenheid. Leeft God met ons mee? Geeft Hij ons daarvan tekenen?
Wanneer wij kiezen voor Jezus, komt Hij met een blijde boodschap naar ons toe. Hij komt ons bevrijden uit de woestijn, de onvruchtbaarheid van ons leven.
Leidraad voor je gebed
Ons leven verloopt niet op een snelweg naar het goede. Wij gaan kronkelwegen van goed naar kwaad en terug. Wij kunnen in zak en as zitten omwille van ons mislukken. Maar we kunnen ook kijken naar God die alle moeite doet om ons telkens weer naar het goede te brengen.
Ik kies voor de Heer maar stel telkens weer vast dat mijn keuze niet definitief is: ik sta tussen goed en kwaad. De Geest van de Heer zal mijn leven in de goede richting sturen.
Leidraad voor je gebed
Wij weten dat wij te klein zijn, te zwak om het goede te doen, om onze wereld een beetje dichter bij God te brengen. Maar wat gebeurt er als God het initiatief neemt en onze kleinheid gebruikt om zijn eigen plannen uit te werken?
Leidraad voor je gebed
De vierde week is heel kort. Zoals zo vaak als wij op iets wachten, dan komt het plots veel vlugger dan wij hadden gedacht. Staan wij open voor het grote werk dat God begint in een kind?
Ieder kent mensen die goed kunnen luisteren. Zij horen meer dan de woorden alleen. Zij horen dat er achter de woorden nog een hele wereld schuil gaat.
Datzelfde doet zich voor bij het zien. De Bijbel suggereert herhaaldelijk dat er achter de zichtbare dingen nog een hele wereld schuilgaat die niet opgemerkt wordt op het eerste gezicht, maar wel bij nader inzien.
Troost is weldadig en doet goed. Ieder weet het uit eigen ervaring. Troost veronderstelt enerzijds dat er iemand is die troost nodig heeft, en dus in een behoeftige situatie verkeert. Anderzijds veronderstelt troost dat er iemand is die de behoeftige situatie bij de ander opmerkt; en het vermogen heeft nabij te zijn; warmte te geven; hoop over te dragen; toekomst te openen.
Verlangen werkt als een motor. Het geeft dynamiek. Verlangen spant een boog tussen nu en het ideaal dat ik in de (verre) toekomst voor mij zie. Voor vele heilige bidders was/is het verlangen de taal bij uitstek waarvan God zich bedient om met mij in contact te treden en te communiceren; om zijn bedoelingen aan mij kenbaar, voelbaar te maken.
Vaak is wat ik verlang al enige tijd aan de gang voordat ik het in de gaten hebt. Dat zie ik pas achteraf. Had ik het niet eerder kunnen waarnemen? Wellicht, als ik de vaardigheid had gehad om door de buitenkant van de alledaagsheid heen de verborgen binnenkant vol beloften te onderscheiden. Of – in de termen van deze retraite: als ik niet alleen zie wat ik zie, maar ook zie wat ik nog niet zie, maar al wel hóór.
1.De weektekst voor de achtste week: Een nieuwe morgen wacht. Vandaag wordt Gods belofte aan ons waar gemaakt. De nieuwe mens staat op en wij mogen hem volgen. We vieren het leven dat sterker is dan de dood. Het kruis wordt een levensboom.
Psalm 25:1a.
Naar U, Eeuwige, gaat mijn verlangen uit.
Psalm 25:3
Voor allen die U verwachten, zijt Gij een goede en betrouwbare God.
Jesaja 40:3
Iemand roept: ‘Bereid de Heer een weg!’
Matteüs 10:40b
Wie mij ontvangt, ontvangt hem die mij gezonden heeft.
Wanneer wij bidden: “Laat het licht van uw gelaat over ons schijnen” (Psalm 4:7), dan vragen wij aan God dit te ‘laten’ gebeuren. God laat veel toe. Laat ik God toe? In deze korte inleidende aanloop mediteren wij over het eerste woord: “Laat…” met als aandachtspunt God toe te laten in mij en in de wereld om mij heen.
Deze week laten wij toe dat in ons wortel schiet wat tijdens de Aanloop in ons is beginnen te groeien. God toelaten in ons leven is God laten doen. Dat betekent vaak: loslaten, achterlaten, de teugels uit handen laten… niet om slaafs, beklemd en zielig te leven, maar juist vrij, ruim en gelukkig! Want God haalt steeds het beste in ons naar boven.
Deze week wensen wij dieper in te gaan op het tweede woord van het Bijbels gebed dat ons in deze veertigdagentijd stuwt: “Laat het licht van uw gelaat over ons schijnen” (Psalm 4:7). Dat Licht van Jezus staat op een bijzondere manier centraal in de Blijde Boodschap van deze tweede zondag, waarin wij horen over de gedaanteverandering op de berg Thabor.
Deze derde week gaan wij dieper in op het derde woord van het Bijbels gebed dat ons in deze veertigdagentijd stuwt: “Laat het licht van uw gelaat over ons schijnen” (Psalm 4:7). Door God in ons en in de wereld toe te laten (Aanloop), door onszelf in navolging van Christus los te laten (Week 1) en open te stellen naar het Licht (Week 2), herkennen wij geleidelijk aan de vertrouwde gelaatstrekken van God. Waar komen wij, in ons en rondom ons, uw Gelaat tegen?
Vanuit die geconcentreerde blik die mij liefdevol aankijkt en omvormt kan ik mijn blik in de twee volgende weken verruimen: eerst naar de anderen rondom mij, daarna tot aan de uiteinden van de aarde. Deze week, als derde stap in de ignatiaanse ‘Tweede Week’, blijf ik voor het Licht kiezen samen met anderen. Ik sta er niet alleen voor. Jezus roept mij samen met anderen en zendt ons uit twee aan twee “naar iedere stad en plaats waar hij van plan was heen te gaan” (Lucas 10:1).
Deze week, de laatste stap van de ignatiaanse ‘Tweede Week’, beschouwen wij hoe Gods Licht de uiteinden van de aarde bereikt. Dit gaat over zending, missie, inclusie, universaliteit. Wij kijken hoe en waar Gods Licht blijft schijnen midden in onze wereld.
Deze week beschouwen wij met verstomming hoe het Licht niet welkom was en is in onze wereld. Hoe het wordt gedoofd. Hoe paradoxaal dit is. Hoe Gods Licht precies schijnt in Jezus´ manier om zich te laten doen, zich over te laten, zich uit handen te geven en zich te laten manipuleren, beschimpen en kruisigen. In zijn lijden licht al het menselijk lijden van alle tijden op.